De juiste hoogte van je wasmachinekraan in een kast voorkomt koppelspanningen op de slang, lekkage en onbereikbare afsluiters. Richt je op bereikbaarheid boven het toestel, een veilige afvoerhoogte en een nette routing van leidingen achter de kast. Hieronder vind je praktische richtlijnen die je direct kunt aanhouden, plus tips voor situaties met een sokkel of stapelopstelling. Controleer altijd de handleiding van je apparaat. Zie ook onze installatiehandleidingen voor wasmachine(kast): kraanhoogte & aansluitingen voor stap-voor-stap richtlijnen.
Richtlijnen voor de hoogte van de wasmachinekraan
Plaats de wasmachinekraan zó dat je hem met de deur open eenvoudig kunt bereiken en sluiten. In de praktijk werkt een hoogte van 110 tot 120 cm vanaf de vloer waarop de machine staat zeer goed. Staat je wasmachine op een sokkel of in een stapelopstelling, tel de verhoging erbij op. Houd daarnaast rekening met de afstand tot de bovenzijde van het apparaat: gebruik je een beluchterkraan, plaats die idealiter minimaal 25 cm boven de machine. Heb je geen beluchter, zorg dan voor een keerklep om terugstroming te voorkomen. Kies bij voorkeur een beluchte kraan met ingebouwde keerklep voor maximale veiligheid.
Monteer de kraan niet recht achter het toestel waar je er niet bij kunt, maar in de zijwand van de kast of in een bereikbaar vak. Laat de wartelverbinding van de slang spanningsvrij hangen en voorkom scherpe bochten. Zorg tot slot voor een vaste bevestiging van de kraanplaat of muurplaat zodat het draaien van de kraan de leiding niet belast. Praktische tips voor ergonomie en bereikbaarheid vind je in Wasruimte inrichten: optimale kraanpositie in de kast.
Afvoerhoogte en plaatsing van de sifon in een wasmachinekast
Een goed ingestelde afvoer voorkomt hevelen en terugslag. Richt de invoer van de standpijp op 60 tot 90 cm boven de vloer waar de machine op staat. Verhoog je de machine, schuift dit bereik evenredig mee omhoog. Het staande deel van de afvoerbuis houd je bij voorkeur 50 tot 60 cm lang en je zet de buis stevig vast om vervorming bij heet wassen te voorkomen.
Plaats de sifon zo laag mogelijk om voldoende hoogte voor de standpijp te winnen, maar maak hem wel bereikbaar voor onderhoud. Vermijd te krappe bochten, zorg voor een passend tule- of klemstuk voor de afvoerslang en borg de slang zodat hij niet uit de standpijp kan schieten. Heb je weinig diepte in de kast, kies dan voor een platte muurdoos of een ondiepe sifonoplossing die achter het toestel past. Bij bestaande leidinghoogtes of beperkte kastruimte bieden we oplossingen via maatwerk wasruimte.
Elektra en ruimte voor leidingen
- Stopcontact bij voorkeur 10 tot 20 cm boven de kraan, niet direct onder een waterpunt en altijd geaard op een aardlekautomaat.
- Plan voldoende doorvoer- en slackruimte achter de kast voor water, afvoer en kabels om knikken te voorkomen.
- Werk met nette doorvoergaten en kabeldoorvoeren. Bij maatwerk kun je doorvoerpunten vooraf positioneren of later zelf boren.
Zoek je een kast waarin kraan en leidingwerk netjes passen? Bekijk onze wasmachinekasten met ruimte voor kraanaansluiting voor een passend model.
Veelgestelde vragen
Wat als mijn wasmachine op een sokkel of lekbak staat?
Meet altijd vanaf de effectieve vloer waarop de machine staat. Tel de hoogte van je sokkel of lekbak op bij de richtmaat. Een kraan op 110 tot 120 cm vanaf die nieuwe nul-lijn en een afvoer op 60 tot 90 cm blijft een veilige keuze. Staat je kraan hoger door een droger-setup? Bekijk dan de Stapel series: kastoplossingen bij hogere kraanpositie.
Is er een officiële norm voor de hoogte van kraan en afvoer?
Er is geen harde norm die voor elke situatie geldt. Fabrikanten geven soms marges. Als praktische richtlijnen werken 110 tot 120 cm voor de kraan en 60 tot 90 cm voor de afvoer heel betrouwbaar. Gebruik een beluchter of keerklep en volg de handleiding van je toestel. Voor single-opstellingen met specifieke kraanruimte naast de machine kun je kijken naar de Enkel series: indeling en kraanruimte naast de machine.
